Gedoopt in de St. Cathrien 10 mei 1741, vader Godefricus, moeder Anna Maria Francken (S 46); firmant in een suikerraffinaderij aan de Markt nos 63 en 65 (Voorname huizen III blz. 353); medeoprichter van het R.K. Weeshuis te 's-Hertogenbosch (Schutjes IV blz. 521); in 1804 en 1805 geaffecteerde bij de brandspuit op de torens van Stadhuis en St. Janskerk (Bossche Alm.); wellicht erfsecretaris te Someren (Bossche Alm. 1804-1806); mogelijk begraven te 's-Hertogenbosch 27 januari 1809 (S 572). | 548 |
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 548